Garanties van het DGS
Geld op je bankrekening is van de bank en niet van jou. Je hebt een claim op de bank en zal er normaal gesproken over kunnen beschikken, maar hoe zit het als je bank in de problemen komt en failliet dreigt te gaan? Welke garanties krijgen u en ik dan als het gaat om ons spaargeld? En wie staat er eigenlijk garant?
Het is goed te beseffen dat als we het over garanties hebben, we praten over een maximum van €100.000 per rekeninghouder per bank. Alles daarboven is niet gegarandeerd. Vermogende particulieren en bedrijven lopen derhalve een zeer groot risico om hun saldo boven €100.000 kwijt te raken. Maar wat als een systeembank op omvallen staat? Doordat banken onderling sterk verweven zijn loopt het financiële systeem het risico om te vallen. Burgers dreigen daardoor hun geld dat bij banken staat te verliezen. Hoe wordt de situatie opgelost?
Als we praten over een oplossing wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Kleine banken (bijv. Triodos en KNAB) en;
2. Systeembanken (bijv. Rabobank en ING).
Beide type banken nemen deel aan het depositogarantiefonds (DGF). Banken leveren zelf een bijdrage aan het DGF. Volgens De Nederlandsche Bank is dit fonds nu ‘volgestort’ en bevat 5 miljard euro. Dit is slechts 0,8% van de gegarandeerde tegoeden op Nederlandse bankrekeningen (ca. 625 miljard euro). Er staat in totaal wel 900 miljard op Nederlandse bankrekeningen. Ongeveer een derde hiervan komt dus helemaal niet voor garantie in aanmerking!
Wat als een kleine bank failliet gaat?
Om spaarders hun geld tot maximaal €100.000 per bank te garanderen wordt er aanspraak gemaakt op het DGF. Indien er onvoldoende middelen in het DGF aanwezig zijn worden deelnemende banken door DNB verplicht een extra bijdrage te leveren tot maximaal 0,5% van de door DGF gedekte spaargelden. Indien dat nog niet genoeg is kan het DGF financiering aantrekken bij o.a. andere EU DGF stelsels of de Nederlandse Staat. In dat laatste geval mag u, de belastingbetaler, de portemonnee trekken om in zekere zin uw eigen spaargeld te “redden”.
Wat als een systeembank failliet dreigt te gaan?
Als een grootbank failliet gaat of in resolutie (gecontroleerd faillissement) gaat, is de eerder genoemde 0,8% van de gedekte spaargelden sowieso niet genoeg. Het DGF is daarom niet bedoeld voor dergelijke situaties bij grootbanken / systeembanken. Daarom maakt men, in geval van een faillissement van een grootbank, gebruik van een “bail-in”. Vermogensverschaffers (aandeelhouders / obligatiehouders en rekeninghouders met saldi boven de €100.000) en soms ook crediteuren moeten opdraaien voor het terugbetalen van spaartegoeden tot €100.000. Maar het EV van een bank is vaak niet groter dan 3% van het totaal vermogen. In hoeverre is het EV voldoende om de spaartegoeden tot €100.000 te dekken?.
Er wordt in ieder geval (nog) geen beroep gedaan op de overheid. Tevens zal in deze situatie het standaard toezicht door de Europese Centrale Bank (ECB), dat kennelijk onvoldoende was, door de ECB verscherpt worden. De ECB zal herstelmaatregelen nemen om te voorkomen dat de bank omvalt. De verkoop van bepaalde portefeuilles of het ophalen van geld op de kapitaalmarkt behoren tot de mogelijkheden. Vraag is wie kapitaal wil verstrekken aan een bank die op omvallen staat? Brengen deze maatregelen niet het gewenste effect, dan gaat het toezicht over naar het Single Resolution Board (SRB). Het management van de bank wordt vervangen door een SRB team. Het SRB gaat kijken of een private oplossing mogelijk is. Bijvoorbeeld een overname door een gezonde bank. Of dat een bail-in toch noodzakelijk is.